Wat ben ik geweldig!
Ik kan springen.
Ik kan draaien.
Ik kan met m’n armen zwaaien.
Ik kan klappen in mijn handen.
Ik kan hinken op één been.
Ik kan ook wiebelen met mijn teen.
Kijk mij nou, kijk mij nou.
O wat ben ik blij.
Kijk mij nou, kijk mij nou.
Heel mijn lijf, dat is van mij!